Onderzoeken

Naast de standaard controles waar we je bloeddruk, gewicht, groei van je baarmoeder en ligging van de baby controleren, zijn er ook een aantal onderzoeken die incidenteel of op indicatie worden verricht. Wanneer welk onderzoek (kan) plaatsvinden, is vaak afhankelijk van hoe ver je in de zwangerschap bent.

De onderzoeken

Veel van de onderzoeken tijdens je zwangerschap gaan via een echo. Deze doen wij niet zelf, wij werken hiervoor nauw samen met Womancare (Fijnaart) en STAR-SHL (Oud Beijerland).

De keuze is aan jou bij wie jij de echo’s wilt laten maken.

Echocentrum Womancare

Sinds 2017 werken wij fijn samen met het team van het Womancare Diagnostisch Echocentrum in Fijnaart. Dit echocentrum is direct naast onze verloskundigenpraktijk in Fijnaart en deze ervaren en lieve dames verwelkomen je met veel plezier en professionaliteit.

week 8
week 8

Vitaliteitsecho

Tijdens de vitaliteitsecho wordt gekeken of er een kloppend hartje zichtbaar is. We weten dan ook meteen of het om een meerling gaat, of niet. Bovendien controleren we of het vruchtje goed ingenesteld is (in de baarmoeder), of er een hartje klopt en bekijken we de omgeving (de vorm en ligging van de baarmoeder, en eventuele cysten of vleesbomen).

week 10-12
week 10-12

Termijnecho

Bij de termijnecho wordt de uitgerekende datum vastgesteld en kijken we meteen of het kindje goed is gegroeid ten opzichte van de eerste echo. Vanaf week 11/12 kunnen we misschien al even naar het hartje luisteren!

week 12
week 12

Bloedonderzoek

Bij elke zwangerschap wordt een bloedonderzoek gedaan naar het ijzer- en glucosegehalte, de bloedgroep en Rhesusfactor, Lues (syfylis), Hepatitis B, HIV, irregulaire antistoffen en antistoffen tegen Rode Hond. Met deze informatie kunnen we beter voorbereiden op mogelijke problemen tijdens de zwangerschap of bevalling.

week 10-21
week 10-21

Prenatale screeningen

Tijdens de zwangerschap kun je laten onderzoeken of jullie kindje een aandoening of een lichamelijke afwijking heeft. Dit noemen we ook wel prenatale screening. Er zijn twee soorten screening:

  • Het bloedonderzoek naar syndromen, zoals onder andere het syndroom van Down, namelijk de NIPT-test.
  • En onderzoek naar lichamelijke afwijkingen, dit wordt gedaan met de 13 wekenecho en de 20 wekenecho.

Jullie maken zelf de keuze om deze testen al dan wel/niet te doen. Wij helpen jullie graag met de besluitvorming, door het geven van informatie. Lees meer op de website prenatale screening (www.pns.nl).

NIPT
De NIPT (niet-invasieve prenatale test) kan al gedaan worden vanaf 10 weken.

De 13 wekenecho
Deze vindt plaats tussen de 12 weken + 3 dagen en 14 weken + 3 dagen.

De 20 wekenecho
Deze vindt plaats tussen de 18 en 21 weken zwangerschap.

week 27
week 27

Tweede bloedonderzoek

Een tweede bloedonderzoek meet wederom je ijzergehalte en -voorraad en je glucosespiegel in je bloed in verband met bloedarmoede en zwangerschapsdiabetes. Indien je Rhususfactor C of D negatief is dan testen we ook de bloedgroep van je baby en of je geen antistoffen hebt aangemaakt.

week 30
week 30

Controle echo

We maken weer een echo om de groei van de baby te beoordelen. Deze metingen worden vergeleken met de metingen bij de 20 weken echo.

week 35
week 35

Groei- en liggingsecho

Met een groei- en liggingsecho kijken we of de zwangerschap nog steeds goed verloopt. Bovendien testen we nogmaals je ijzer- en bloedsuikergehalte als hier reden voor is, zoals hoge bloeddruk of zwangerschapsdiabetes bij een vorige zwangerschap.

week 41
week 41

Extra controles

Als je 10 dagen na de uitgerekende datum nog niet bent bevallen, zullen er extra controles plaatsvinden om te kijken of de conditie van de baby en placenta goed blijft. Onderzoeken zullen dan in het ziekenhuis gedaan worden, zoals een hartfilmpje (CTG) van de baby en een echo om de hoeveelheid vruchtwater te meten.

Extra onderzoeken

Soms is er aanleiding om bloedonderzoek, urineonderzoek of echo’s vaker te verrichten. We bespreken dat dan natuurlijk met je op het spreekuur. De redenen voor extra onderzoeken kunnen variëren van een verhoogde bloeddruk of veel vocht vasthouden, maar ook eerder geconstateerde complicaties zoals een voorliggende placenta of aangeboren afwijkingen.

Daarnaast zijn er vrouwen die in aanmerking komen voor prenatale diagnostiek. Bijvoorbeeld als je een ongunstige uitslag hebt gekregen bij de NIPT, er tijdens het Structureel Echoscopisch Onderzoek afwijkingen zijn gevonden, maar ook als er een chromosomenafwijking aanwezig is bij jou, je partner of een vorig kindje. In tegenstelling tot screening, geeft dit soort onderzoek een definitieve diagnose.

De meest voorkomende testen zijn de vlokkentest (tussen week 10 en 13) en een vruchtwaterpunctie. Wij voeren deze testen niet uit bij Praktijk voor Verloskunde Duna Lus, maar verwijzen je hiervoor door naar het Erasmus MC.

Aangeboren afwijkingen

Aangeboren afwijkingen komen relatief weinig voor. Bij een klein percentage (2-4%) wordt voor of na de geboorte een aandoening vastgesteld. Niet alle aandoeningen zijn voor de geboorte zichtbaar, maar als ze wel zichtbaar zijn kunnen ze in veel gevallen worden opgespoord met echoscopisch onderzoek.

Als er een lichamelijke afwijking wordt gevonden, zijn de gevolgen voor je baby niet altijd duidelijk. Sommige afwijkingen zijn zo ernstig dat het kind kan overlijden voor of bij de geboorte. Er zijn ook afwijkingen waarbij de behandelmogelijkheden van het kind beter zijn als al voor de bevalling bekend is dat het kind één van die afwijkingen heeft. Uitgebreide informatie kun je vinden op de volgende sites:

pns.nl
www.pns.nl/screening-op-down-edwards-en-patausyndroom/folders
www.pns.nl/13-wekenecho en 20-wekenecho/folders
www.erfelijkheid.nl
www.downsyndroom.nl